Programma van Focus op de Schildklier: 'Van biomarker tot big data'

Focus op de Schildklier: 'Van biomarker tot big data'

Verdiep je in de wereld van de schildklierdiagnostiek!

  1. 9:30 - 10:00
    • Ontvangst

  2. 10:00 - 10:05
    • Opening door de NVML

  3. 10:05 - 10:35
    • Een klein orgaan met veel invloed: de schildklier!

      Meer informatie

      Dr. Heleen Jansen, AIOS interne geneeskunde, Dijklander Ziekenhuis Hoorn

      De schildklier is slechts een klein orgaan, vlindervormig gevormd en gelegen over de luchtpijp, maar speelt een essentiële rol in vele processen in ons lichaam. De schildklier produceert schildklierhormonen, welke nodig zijn voor ontwikkeling, groei en stofwisseling, en bijna alle cellen in ons lichaam worden beïnvloed door schildklierhormonen. Als de schildklier goed werkt, wordt haar bestaan nauwelijks opgemerkt. Echter kampt 3-4% van de volwassenen in Europa met een schildklieraandoening wat tot een scala aan klachten kan leiden. Er zijn meerdere schildklieraandoeningen, maar de meeste aandoeningen kunnen worden opgedeeld in een tekort aan schildklierhormonen (hypothyreoïdie) en een overschot aan schildklierhormonen (hyperthyreoïdie). Dit praatje zal de werking van de schildklier en haar schildklierhormonen in een gezonde toestand bespreken en zal dieper ingaan op hypo- en hyperthyreoïdie inclusief de behandelmogelijkheden.

  4. 10:35 - 11:05
    • Schildkliercytologie, de mogelijkheden en beperkingen

      Meer informatie

      Dr. Mirthe de Boer

      Schildkliercytologie wordt gebruikt om het risico op maligniteit van een schildkliernodus in te schatten. De Bethesda classificatie is een gestandaardiseerde methode om de uitslag van een schildklierpunctie te verslaan. Aan de hand van voorbeelden zal worden toegelicht hoe de Bethesda-klasse bepaald wordt, wat de beperkingen zijn en hoe de uitslag klinisch geïnterpreteerd dient te worden. 

      Ook worden de mogelijkheden en het belang van aanvullend moleculair onderzoek besproken. 

      Het doel is om meer inzicht te geven in de achterliggende overwegingen van de patholoog en om handvatten te bieden voor het multidisciplinair beleid bij lastige cytologische uitslagen.

  5. 11:05 - 11:30
    • Koffie-/theepauze + standbezoek

  6. 11:30 - 12:00
    • Slimmere screening voor aangeboren schildklierproblemen bij pasgeborenen

      Meer informatie

      Prof. Anita Boelen, hoogleraar schildklierhormoonmetabolisme, Amsterdam UMC

      Congenitale hypothyreoïdie (CH) is een aangeboren tekort aan schildklierhormoon, veroorzaakt door afwijkingen in de schildklier (primaire CH) of in de hersenen (centrale CH). De meeste screeningsprogramma’s richten zich alleen op primaire CH via thyroid stimulating hormone (TSH) metingen. Nederland pakt het breder aan: hier wordt totaal thyroxine (T4) gemeten om ook centrale CH op te sporen — al leidt dat tot meer fout-positieve uitslagen.

      Nieuw onderzoek laat zien dat bepaalde aminozuren (AAs) en acylcarnitines (ACs) in het bloed samenhangen met T4-concentraties. Door deze stoffen te combineren met bestaande screeningsdata uit de periode 2007–2017 en een machine learning-model (Random Forest) te gebruiken, werd de nauwkeurigheid van CH-detectie flink verbeterd: 100% sensitiviteit en een stijging van de positief voorspellende waarde (PPV) van 27% naar 48%.

      Vooral tyrosine en succinylaceton bleken cruciaal naast T4 en TSH. Deze resultaten tonen aan dat AAs en ACs een waardevolle aanvulling zijn op het huidige screeningsalgoritme — en een stap richting slimmere, betrouwbaardere neonatale zorg.

  7. 12:00 - 12:30
    • Het bepalen van referentie-intervallen voor schildklierhormonen

      Meer informatie

      Dr. Niek Dirks, klinisch chemicus, Noordwestgroep, Alkmaar

      Door het toepassen van nieuwe indirecte methoden bij het vaststellen van referentie-intervallen voor schildklierhormonen, kunnen we gebruik maken van de enorme hoeveelheid data die al op laboratoria aanwezig is. Het is dan niet nodig een groep (vaak 100+) gezonde individuen te verzamelen (directe methode). Door wiskundige modellen toe te passen op patiëntendata kunnen we namelijk tot eenzelfde referentie-interval komen. Bovendien wordt het ook mogelijk om specifieke subgroepen (zwangeren, jonge kinderen, etcetera) van hun eigen referentie-interval te voorzien; iets wat moeilijker is met de directe methode vanwege de behoefte aan gezonde individuen.

  8. 12:30 - 13:30
    • Lunchpauze

  9. 13:30 - 14:00
    • Interferenties in TSH- en FT4-bepalingen en de FT4-referentiemethode

      Meer informatie

      Dr. Teun van Herwaarden, klinisch chemicus, Radboud UMC Nijmegen

  10. 14:00 - 14:30
    • Schildkliermaligniteiten: uitdagingen bij het meten van tumormarkers in serum

      Meer informatie

      Dr. Ir. Jacquelien Hillebrand, klinisch chemicus, Amsterdam UMC

      Het meten van thyreoglobuline (voor gedifferentieerd schildkliercarcinoom) en calcitonine (voor medullair schildkliercarcinoom) in serum is van grote waarde tijdens de follow-up van schildkliercarcinoom na initiële behandeling.  Meetbare of stijgende thyreoglobuline/calcitonine concentraties kunnen duiden op terugval of metastasen, terwijl niet meetbare of dalende concentraties juist gunstig zijn. Het meten en interpreteren van de resultaten van deze hormoonbepalingen is echter niet altijd straight forward vanwege (pre)analytische uitdagingen. Waar moeten aanvragers, patiënten en laboratoriumpersoneel rekening mee houden? Zijn thyreoglobuline en calcitonine echt de beste tumormarkers die we hebben? In deze voordracht bespreken we de verschillende uitdagingen en tevens de nieuwste inzichten op dit gebied.

  11. 14:30 - 15:00
    • Koffie-/theepauze

  12. 15:00 - 15:30
    • Eén patiënt, twee verschillende uitslagen? Over de complexiteit van TSH-R-antistoffenbepalingen

      Meer informatie

      Dr. Manou Batstra, medisch immunoloog, RHMDC

      Voor de diagnostiek van een hyperthreoidie wordt gebruik gemaakt van antistoffen tegen de TSH-R. De aanwezigheid van TSH-R antistoffen wordt beschouwd als ondersteunend voor de diagnose  “ziekte van Graves”.  Voor de antistof bepalingen zijn verschillende typen commerciële assays in omloop.

      In deze presentatie wordt de technische achtergrond van de verschillende assays besproken. Daarnaast wordt aan de hand van voorbeelden geïllustreerd hoe verschillende assays tot verschillende resultaten, interpretaties en diagnoses kunnen leiden.

  13. 15:30 - 16:00
    • Betrouwbare schildkliermetingen: de impact van preanalyse

      Meer informatie

      Prof. Dr. Annemieke Heijboer, Klinisch Chemicus, Amsterdam UMC

      Betrouwbare schildkliermetingen vormen de basis voor een juiste diagnose en behandeling van schildklieraandoeningen. In deze presentatie wordt uitgebreid ingegaan op de invloed van de pre-analytische fase op de betrouwbaarheid van schildkliertests. De preanalyse omvat alle handelingen voorafgaand aan de laboratoriumanalyse. We bespreken onder meer de rol van fysiologische variabelen zoals leeftijd, tijdstip van bloedafname, voedingsstatus en zwangerschap, evenals het effect van medicatiegebruik, waaronder levothyroxine, heparine en lithium. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de stabiliteit van bloedmonsters. Welke van deze factoren zijn van doorslaggevend belang bij bloedafname en interpretatie van de resultaten? Door meer inzicht te krijgen in de pre-analytische invloeden, kunnen we de kwaliteit van schildkliertests en daarmee de zorg voor (potentiële) patiënten verder verbeteren.

  14. 16:00 - 16:30
    • Evaluatie en afsluiting met borrel en hapjes