Nederlandse Vereniging van bioMedisch Laboratorium­medewerkers

Klik hier om de navigatie te verbergen

programma

De test voor antinucleaire antistoffen (ANA) wordt traditioneel uitgevoerd met behulp van een indirecte immuunfluorescentie (IIF) techniek met HEp-2 cellen als substraat. Het American College of Rheumatology (ACR) heeft vastgesteld dat een ANA test van toegevoegde waarde is voor een aantal ziektebeelden, waaronder systemische auto-immuunziekten zoals systemische lupus erythematosus (SLE). Hierbij is het uitgangspunt dat enkel autoantistoffen gericht tegen kernbestanddelen als ANA positief gerapporteerd worden. Hoewel de HEp-2 IIF test door het ACR is uitgeroepen als de gouden standaard voor het bepalen van ANA is de vraag of de HEp-2 IIF test altijd de meest geschikte screeningstest is voor het brede scala aan ANA geassocieerde aandoeningen. Dientengevolge is ruimte gecreëerd voor alternatieve testen, mits deze even goed zijn als de HEp-2 IIF test en de gebruikte testmethode gecommuniceerd wordt naar de aanvrager. In de nieuwe richtlijn “Autoantistofbepalingen in de diagnostiek van ANA-geassocieerde auto-immuunziekten” komen een tweetal uitgangsvragen aan de orde. Wat is de rol van ANA HEp-2 IIF test binnen de diagnostiek van ANA geassocieerde auto-immuunziekten? Hoe passen alternatieve testen voor de HEp-2 IIF test binnen de diagnostiek van ANA-geassocieerde auto- immuunziekten? Naar aanleiding van deze vragen zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd, waarbij onderscheid gemaakt is tussen minimumnormen en streefnormen.

Download PDF